Ondeugd0000.0011

 

 Literatuur

 

- Heidt, A.M., Catholica. Geïllustreerd encyclopedisch vademecum voor het katholieke leven. 's-Gravenhage (Pax), 19612e druk/(1e druk: 1959). [970 blz., gepagineerd in kolommen. ISBN -]. Hierin onder "Zonde": "Hoofdzonden": kolom 1900 (onder 'enkele gangbare begrippen': "b- Hoofdzonden. Eigenlijk zijn de neigingen tot Z[onde], of wanneer ze worden ingevolgd, ondeugden: hoogmoed, hebzucht, onkuisheid, afgunst, gulzigheid, gramschap, traagheid (= morele lamlendigheid)" - dit is de relevante tekst volledig)

- Godot, E.A., Zonde van de tijd. Zeven opstellen over opvoeding. Amsterdam (SWP), 2006cop. [192 blz. ISBN 90.6665.748.0]. (Op blz. 12-13 wordt het begrip 'hoofdzonde' besproken als synoniem voor 'ondeugd': het is een concept uit de Egyptische kluizenaarsgemeenschappen. Voor het eerst opgeschreven in de 4e eeuw door Evagrius Ponticus, door Johannes Cassianus uitgewerkt tot 8 vitia. Eind 6e eeuw door paus Gregorius beperkt tot 7 hoofdzonden. Op het Lateraans Concilie in 1215 opgenomen in de biecht. Het boek gebruikt deze begrippen voor opstellen over opvoeding)